Sonnet 56
Vernieuw, mijn zoete Liefde toch uw kracht,
Zodat zij als weleer aan scherpte wint,
Meer nog dan lust door voeding wordt verzacht
Wordt liefde sterker voor wie haar bemint:
Zelfs als je ogen vol verzadigd lijken
En d' ergste liefdeshonger is gestild,
Mag geest van liefde niet voor dofheid wijken;
Zo zoek haar morgen weer voor ze verkilt.
De eenzaamheid die als een oceaan
Geliefden scheidt kan niet voor eeuwig duren,
Die droeve tussentijd is slechts een waan
Want hoop doet daag'lijks in de verte turen;
Of laat dit onze droeve winter zijn
Die zomerlust verjaagt met zonneschijn.
WILLIAM SHAKESPEARE
vertaling Jules Grandgagnage